Overslaan en naar de inhoud gaan
receptor type 4
wetenschappelijk
prestatie
Armando is CTCT !
jef
pigeon_elsie

In 2015 is er een gen ontdekt met een duidelijke invloed op de vliegprestaties van sportduiven nl. een dopamine receptor gen. Dopamine receptoren komen voor in de hersenen en dienen om signalen door te geven van de signaalmolecule (een zogenaamde 'neurotransmittor') dopamine in specifieke zones in de hersenen.

Reeds in een heel aantal beroemde topduiven blijken de voordelige genotypes op te duiken ondanks het toch zeldzame voorkomen van deze goede varianten. Zo blijken de wereldberoemde "Armando" van Joël Verschoot en "Elsie" van Joost Desmeyter-Restiaen het voordeligste vlieg-genotype CTCT te bezitten! Eveneens "Jef", de internationale Barcelona winnaar bleek CTCT, naast AB te zijn voor LDHA!

Variaties in dit gen werden bij mens en dier reeds uitgebreid onderzocht en ge-associeerd met karaktereigenschappen en bepaalde psychische talenten. Deze receptor werd bij de mens o.a. ge-associeerd met creativiteit, meer of minder neiging tot depressie, etc...
In een gepubliceerd onderzoek (in het internationaal wetenschappelijk tijdschrift "Animal Genetics") werden een aantal verschillende varianten gevonden in dit gen bij reisduiven, waarvan er van twee een overduidelijk verband werd gevonden met wedstrijdprestaties. Op alle afstanden werd deze invloed waargenomen, maar ze was overduidelijk statistisch relevant op de snelheids- en midfondvluchten. In dit onderzoek werden 1380 vluchtprestaties opgenomen. (Proskura et al, 2015)
De variant CCCC werd ge-associeerd met de laagste gemiddeldes qua prestaties van de duiven. De variant CTCC en CCCT met hogere gemiddeldes (statistisch significant – dwz wetenschappelijk verband aangetoond); terwijl de CTCT duiven een zéér hoog gemiddelde haalden m.a.w. de duiven met CTCT waren overduidelijk de beste duiven op snelheid en midfond. Op de fond waren ze ook beter maar hier kon men het niet statistisch bewijzen. Dat zal volgend onderzoek moeten uitwijzen.
Volgens wat wij zien en vermoeden, zal deze invloed evengoed gelden voor verdere afstanden. Dit vermoeden wordt o.a. gesterkt door het feit dat wij een dubbel TT achteraan aantroffen bij een eerste asduif van Belgie KBDB zware fond, terwijl deze variant voordoen nog nooit waargenomen was, zelfs niet in het uitgebreide hierboven vermelde onderzoek. In elk geval werd de CT variant vaak aangetroffen bij asduiven.

Waarschijnlijk zouden de varianten in dit gen kunnen wijzen op verschillen in karaktereigenschappen aangezien de invloed op de wedstrijdprestaties zo duidelijk is, maar voorlopig kunnen we nog niet weten welke invloed dit juist is. Daarvoor zou ander onderzoek nodig zijn. Voorlopig is het gissen waarom deze varianten die invloed hebben. Hebben de duiven een sterkere drang om snel naar huis te komen? Zijn ze in staat om snellere creatieve beslissingen te nemen bijv. zich los te maken van de groep?

Hoedanook is het heel duidelijk dat DNA onderzoek ons steeds meer in staat stelt om veel méér te weten over de werkelijke kwaliteit van sportduiven, naast prestaties, afstamming en uiterlijk waarneembare eigenschappen. We zijn vooral steeds meer in staat echte kweekwaarde van sportduiven te ontdekken.

(vermelde onderzoek;)
Polymorphism in dopamine receptor D4 gene is associated with pigeon racing performance
Witold Stanisław Proskura*, Jakub Kustosz*, Andrzej Dybus* and Ruben Lanckriet

Animal Genetics Volume 46, Issue 5, pages 586–587, October 2015 DOI: 10.1111/age.12328

PiGen vof